donderdag 3 januari 2013


Tuin Carry Slee schreef een boek, een werk dat ik verfilmd zag onder de gelijknamige titel ‘Eva.’ Gegrepen volgde ik de personages op onze kleine TV. Mijn dochter en ik samen tegen elkaar op de bank. Kijk nu zie je een loverboy, vertelde ik haar. Let maar goed op want nu gebeurd er dit en dat en het gebeurde in de mooie goede wereld die film heet. De echte wereld is echter gruwelijker, daar zijn er geen goed agenten die de boel op het juiste moment komen redden. Zeker geen vader. In de echte wereld kijken deze mannen even opzij, wegens ontoelaatbaar of tegenstrijdig bewijs. In de echte wereld zijn er de opruimploegen die tot de voordeur komen en eenmaal gezien snel een ander doelwit uitzoeken. Dit laat de rechtelijke wereld even weg, onbruikbare informatie en opnieuw zonder telefoonnummer. Soms als ik in mijn paleistuin ben van het kleinste Koninkrijk op aarde, dan denk ik wel eens aan de wind uit de samenleving, of liever gezegd de windstilte van al die brave burgers die hen bijstaan. Het moddergevecht in de achterhoede van het front. Zo gaat het buiten onze tuinen. Aangeharkt moeten deze oases zijn, vrij van het vuil dat over de straat rondzwerft. Ik moest vandaag even wenen, van blijdschap en droefenis. Blij voor het leven met mijn gezin en droevig voor het recht, blind kijkt ze even opzij. Zijn ze weg, dan stellen de mannen blij het onderzoek in. Voor de lunch zijn de dapperen klaar, een broodje warme bal in de kazernetuin. Lekker!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten