zaterdag 15 maart 2014

Waar de beer over de muis wandelt


Er is een land dat beren houdt, dat land is niet ver van hier. In de berenkooien lopen ook talloze muizen, gewoon tussen de berenverblijven door. Dat doen de muizen al honderden jaren lang. De grijze muis laat zich niet kennen in een kleur of gedaante. Wij zien hun wandelen met de geel blauwe vlaggen langs wegen en paden, totdat de beer hen vertrapt. De grote dieren in het dierenrijk kunnen dit doen terwijl de andere dieren toekijken. Apen zouden zeggen dat mag niet. De bever zou zeggen het is niet mijn poel, ondertussen loopt de beer door. Al eerder heeft de beer door vreemde landen gelopen. De wals van de beer kan geen vergelijk doorstaan, hij zet zijn grote poot gewoon over de muis heen. Alleen de kleinsten weten wat het is om naast een grote vleeseter te wonen. Er zijn leeuwen en aderlaars en zelfs lelies die voor de macht van een dergelijk fenomeen terugdeinzen. Het blijft bij vormelijkheden en retoriek. Dat ziet de beer wel, hij is niet dom. In dit verhaal is er geen vos. De beer heeft de vos vastgezet voordat deze de beer met de klauwen in de boomtronk kon doen vastzetten. Dat is namelijk het enige dat de rede van de muis kan redden, een grote pot honing. De honig moet dan spaarzaam over het rode land van de machtige beer worden verdeeld, zodat de poten op meerdere plekken de heerlijke zoete geur gaan verspreiden. Kan het zo zijn dat de beer dit spel niet voorziet?
In stilte hoopt de beer natuurlijk op honing, maar kan de beer dat niet zeggen. In de spraak van grote dieren is er geen woord voor terug of overnieuw. De beer wilde ooit een groot kenniscentrum bouwen, ik ben benieuwd wat een dergelijke centrum betekend in een afgescheiden werkelijkheid. Tenzij de dieren in de omringende landen dat anders beslissen, ten koste van de muis. Maar ja…dat is de muis gewend, hij leeft hier immers al eeuwen.