woensdag 22 juni 2011

Impressie van de start van de nieuwbouw CHDR








Nieuwbouw CHDR, een impressie

Een zoet adagio klinkt door de witte burelen van het onderzoekscentrum voor menselijke medicijnen.

We wandelen over het nabijgelegen bouwterrein met onze kleine dochter.
Op de innerlijke klanken van zoete vioolmuziek gaan feestelijk de eerste damwanden de grond in.
Het centrum breidt uit, een feest voor de wetenschap.

De onderzoeksafdeling voor medicijnen dankt zijn ontstaan aan het initiatief van de universiteit.
Wetenschap komt langzaam tot nieuw leven in de Hollandse polder.
Constantijn Huygens is tevreden, de zoekende menselijke geest heeft in de wetenschap vandaag een grote slag gewonnen.

Het nieuwe gebouw geeft ruimte aan de ambitie om wereldwijd tot de top te behoren.
Als ik de muziek hoor rondo’s vol aandacht en liefde gespeeld onderwijl wandelend door de hoge witte gangen van het oude gebouw, dan proef ik succes door aandacht.

Liefde groeit alleen daar waar mensen van elkaar op aan kunnen.
Groei van het instituut CHDR is de blijk van een innige wederzijdse vriendschap.

maandag 13 juni 2011

Eros en Philia



Het Hemels Genoegen in boekvorm.

Liefde in de kunst, liefde is de belichaamde de adoratie to het leven.
Het thema vriendschap is al erg oud, ouder dan de eerste mens.
De beschrijvende kunsten verhalen van de eerste vriendscahppen tot het leven.

Kunnen we zonder liefde en vriendschap tot verhalen komen, tot een andere kunst?
De muziek denkt in de taal van de liefde, het doordenkt in zijn klanken ons leven.

Het kleine en het grote is gevangen en beschreven in de taal van de liefde en vriendschap.
Speels zijn deze thema's van het leven vrij vertaald in het nieuwste boekje ’Eros en Phillia’ van de kunstenaar Vincent Massée.

Special zijn de kleine dingen van elke dag.
Speels zijn de vraagstukken tot het ‘zelf zijn’ gevat in situaties en beelden.
Een reis door het jonge leven.

Het is anders dan de Ereader uitgave van 'Druppelstad' een papieren boekje geworden. Een kleinood met gewaagde illustraties van de hand van de kunstenaar en u wordt bij deze uitgenodigd dit boekje te bekijken op: Lulu.nl.

Veel genoegen toegewenst.

zondag 5 juni 2011

Beeckestein door de ogen van Vincent Massee



A4
In de auto op de A4,met mijn vrouw en kind op de terugweg naar huis. We hebben een prachtige dag gehad in park Beeckestijn in Velsen, precies onder de rook van Corus. Vaag zie ik de silhouetten van de jubileum tentoonstelling ‘Prometheus,’ die het vuur stal van de Goden van de Olympus.

‘Danser,’ klonk het vurig tussen mijn oren terwijl de auto tussen de rijen door naar voren schoot onder het oppervalk van het gaspedaal. Het getto van donkere lichtmasten aan weerszijden bevestigden de muziek, De klanken vermengden zich met de herinnering aan de formele tuinen en prachtige lanen, waar we een uur daarvoor nog doorheen liepen.

Tussen schaduwen verscholen
De Berceau waar we net als de adellijke dames even onder hadden vertoeft, schuilend voor de zon en toch even buiten. Geen vermenging met de landman, in vroeger tijden. De gebruinde arbeiders die hen dienden.

Dans aan de onderzijde
De dans van die arme man is vandaag samen gesmolten met die van ons allen. In onze tijd is de kreet van de man uit de getto, de uitzichtloze vermengd met ons gevoel van elke dag. Arm of rijk, muziek bereikt iedereen en doet het onvoelbaar leed pijnlijk aan de oppervlakte komen.

Schoonheid
Gevoelens die de expositie in het huis mede wakker maakte. Mooie scherpe observaties rond het thema landschap en tuinen. Groots en klein, alle groen kwam aan bod op een mooie toegankelijke wijze. Je hoorde de stem van het heden met het verleden opgaan in een enkel woord: schoonheid.

Terwijl we met ons drieën tussen zon en schaduw vertoefden kwam het mij vreemd over dat er ooit een enkeling van dit moois kon genieten, een oase op een steenworp van de grote steden.

De vijver met fontein, kleine doorkijkjes en de (ook nu nog) daverende paarden over de lange lanen. Genot spreekt ook nu nog uit de hele architectuur van huis en tuin.

In gedachten dansten en lachten de heren en dames gedurende de kaarsentijd op mooie avonden in het buiten dat zo mooi Beeckenstijn heet. Nu heb ik geen koets maar een auto met dreunende bassen als ik dat wil, ‘on va danser,’ de lange weg terug naar huis.

Uit het vers geplukte paradijs.