donderdag 15 maart 2012

Mijn Kunstzinnige Patio



Mijn Patio

Soms zat ik dromend in mijn patio.
Het was niet dat er werkelijk één was, maar al dromdende zat ik er lommerrijk middenin.
Op deze dagen dacht ik aan de kunst.
Het diepe voelende weten.
Het leven van alledag.

Het was op een van deze dagen dat een lotgenoot mij aansprak op mijn schilderijtjes.
De kleur sprak hem aan, niet zozeer de voorstelling.
Persoonlijk was dat voor mij geen aanval.
Het was een goede deugd.

In het leven omzeilde de kunstenaar soms bepaalde geboden.
Het beeldverbod was er een, één van de deugdzaamste.
Mijn voorouders deel.
Wanneer er slechts kleuren overbleven, dan was er geen gebod overtreden.
Mijn heerlijke patio, beschut van de wereld kon ik erin dromen.

Geen enkel beeld ontsnapte aan mijn lommerrijke gedachten.
Geen daad bleef onbestraft.
Op mijn ligbank overdacht ik de ouden.
De schijn van de dag trof mij op deze momenten even niet.

Had iedereen maar zo’n patio.
Het was zo’n een heerlijk goed.
Meerdere malen deed een verstandig mens die beelden recht, die hem zouden kunnen redden.
Wetend dat ik deze niet had vreesde ik slechts mijn achtervolgers.
Geen godenrijkdom of het vele weten bevond zich in mijn ransels.
U bent niet zoals wij, hoorde ik al vaak.
Was dit de goede kunst?

Op deze moment trok ik mij even terug in mijn patio.
Zo heerlijk rustig.
Te midden van mijn heerlijke beeldenrijkdom.
Kon ik dromen, dromen.
Een aarde hemel onder de hemelse zon.

‘Kijk en zie rond, het leven is een patio vol kunst.’

Geen opmerkingen:

Een reactie posten